Aansprakelijkheid bij een ongeval
De werkgever (bedrijfsleider), maar ook de hiërarchische lijn (de verschillende directieniveaus) spelen een belangrijke rol en dragen bijzondere verantwoordelijkheden op het vlak van de ongevallenpreventie.
Het kaderpersoneel moet de hygiëne- en veiligheidsvoorschriften toepassen en doen toepassen door het personeel dat onder zijn gezag staat.
Er bestaat echter geen nulrisico en ongevallen zijn helaas niet altijd te vermijden.
Gelukkig leiden de meeste ongevallen niet tot strafvervolging (indien men op alle niveaus al het mogelijke heeft gedaan om het ongeval te vermijden, indien niemand een overtreding heeft begaan…).
Dit document gaat niet uitvoerig in op de juridische aspecten van een ongeval. Het is immers een erg complexe materie, die bovendien van land tot land verschilt. Wij willen wel graag enkele grote principes aanstippen die wereldwijd in alle bedrijven van kracht zijn.
Wij nodigen u uit om de wetgeving van uw land te raadplegen voor een meer gedetailleerde benadering van de punten die hierna aan bod komen.
De rechtspersoon (het bedrijf)
De rechtspersoon kan strafrechtelijk worden vervolgd voor veiligheidsovertredingen die zijn organen of vertegenwoordigers (de bedrijfsleider en diens afgevaardigen) begaan, in het bijzonder wanneer de afwijkingen die een ongeval veroorzaken talrijk zijn en op een gebrekkig toezicht of een slechte organisatie van het werk wijzen.
Voorbeeld uit Frankrijk:
dodelijk ongeval na een "bijzonder zware" fout: veroordeling van de rechtspersoon tot een geldboete van 200.000 euro, waarvan 130.000 euro met uitstel + publicatie van het vonnis op zijn kosten in de dagbladen Le Figaro en Le Monde (Correctionele rechtbank van Gap, 26 februari 2004).
De natuurlijke persoon
De strafrechtelijke veroordeling van de rechtspersoon wegens een ongeval sluit de veroordeling van natuurlijke personen geenszins uit.
Wettelijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke aansprakelijkheid
Eenzelfde feit kan aanleiding geven tot zowel burgerlijke als strafrechtelijke aansprakelijkheid, of tot een van beide.
Burgerlijke aansprakelijkheid
De burgerlijke aansprakelijkheid is een juridisch mechanisme op grond waarvan elke persoon die een fout begaat het nadeel moet vergoeden dat het slachtoffer heeft geleden. Het is de toepassing van het principe “wie breekt, betaalt”.
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon kan wettelijk aansprakelijk worden gesteld wanneer zijn fout of de fout van iemand voor wie hij verantwoordelijk is schade berokkent aan een ander.
De juridische basis van de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en beroepsziekten is bepaald in de wet. Het is een forfaitaire dekking die in verhouding staat tot de lichamelijke schade als gevolg van een arbeidsongeval (arbeidsonbekwaamheid, medische kosten en overlijden) of een beroepsziekte. De forfaitaire vergoeding moet een economisch verlies op de arbeidsmarkt compenseren. Ze is beperkt, zodat het mogelijk is dat ze het loonverlies niet volledig dekt.
Het niet-forfaitaire deel van het economische verlies (loon, salaris,…), de esthetische schade, de materiële en andere schade worden vergoed door de eventuele burgerlijke aansprakelijkheid van de partij die de schade heeft veroorzaakt.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Terwijl de burgerlijke aansprakelijkheid de aan een persoon berokkende schade vergoedt, verplicht de strafrechtelijke aansprakelijkheid de dader van een overtreding om zich tegenover de maatschappij in haar geheel voor zijn daden te verantwoorden. De strafrechtelijke aansprakelijkheid is niet bedoeld om te vergoeden maar om te straffen. De overtreder moet zijn schuld tegenover de samenleving (de collectiviteit) "betalen", om de door zijn gedrag aangetaste maatschappelijke orde te herstellen.
Het Strafwetboek voorziet de mogelijkheid om de dader of daders van inbreuken samen te vervolgen. Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtspersonen.
Elke persoon wiens gedrag op het werk een ongeval veroorzaakt of de gezondheid van de werknemers aantast, kan strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld worden. Zijn statuut, zijn functie of zelfs zijn band met de onderneming speelt daarbij geen enkele rol.
Voorbeeld uit Frankrijk:
Veroordeling van een bedrijfsleider wegens een dodelijk ongeval (onvrijwillige doodslag door onvoorzichtigheid) tot 2 jaar gevangenisstraf waarvan 18 maanden met uitstel, een boete van 7.500 euro en het verbod om gedurende 5 jaar een instelling te leiden, omdat hij "door zijn gedrag de situatie die de schade mogelijk maakte heeft geschapen of heeft bijgedragen tot haar ontstaan" (Hof van Beroep van Orléans, 21 september 2004).
Dit document wil de hiërarchische lijn bewust maken van haar rol en verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Het juridische aspect mag niet de enige motivatie zijn om op te treden, maar het is evident dat de rechtbanken en tribunalen steeds minder geneigd zijn om ernstige inbreuken op de veiligheid door de vingers te zien.